about me

We are going over land to Nepal. First Susan, her van and me to Istanbul. And from Istanbul it will be Laura, two backpacks and me. To Nepal. Without a limit in time.

dinsdag 27 oktober 2009

Nog Istanbul

Er was het afscheid met Susan, één traan en de busdeur ging dicht
Het ontvangen van Laura in een stad die de mijne al lijkt
De hamam met Ali de zachtaardige schrobber
Serdar, onze eerste couchsurfhost
Biddende mannen voor de apotheek
Baba Zula met een etnisch electronisch buikdansconcert
De ondergaande zon in de smog
De stemmen en woorden van thuis
Het paragliden boven de zwarte zee
De sultanahmet met west dat oost komt zien bidden
De grand bazaar met "I hope you're looking for me","I wanna be your girlfriend","I have all other colors too","I work here,if you visit,I'm happy"
Memet en Sibel,onze tweede couchsurfers en vrienden ondertussen
Yurdaer,onze paraglidevriend
Engelse Nic die naar Nepal rijdt met een oude ambulance
Vrouwen in korte rokken naast vrouwen in lange rokken naast vrouwen verhuld naast mannen die op kleine stoeltjes zitten en op kleine jongetjes lijken
De troep Koerden die morgen uit Duitsland komt en niemand weet wat gebeuren zal
De gezichten die Mongools,Bulgaars,Grieks,Aziatisch,Russisch lijken
De thee's overal thee's de baklava's de pilav de kleuren alle kleuren
De klagende minaretten naast de mcDonalds en Starbucks
De veertien miljoen mensen
En het ont-thuizen van zowel Laura als Maaike
Istanbul
Bijvoorbeeld

Ook Istanbul

Een vrouw legt haar sluier goed voor de foto zoals wij ons haar goed leggen
de minaret speelt een cassette
een jongen van tien rookt een sigaret
ik eet een gevulde aardappel die kumpir heet en blijf maar denken aan de ogen van de buikdanseres van gisteren
Istanbul.
Bijvoorbeeld.

Maaike

Istanbul











dinsdag 20 oktober 2009

nieuws en nieuws

Klein bericht uit Istanbul : Laura is gearriveerd. Het tweede deel van de reis kondigt zich aan. Eerst nog even afkicken met Susan en aankicken met Laura. Er zit overgang in de lucht. Van west naar oost, van auto naar geen auto, van afscheid naar ontmoeting naar afscheid, van natuur naar stad. Alles is in verandering. Maar dat begin ik als een natuurlijke staat der dingen te beschouwen. Ik laat begaan en kijk nieuwsgierig uit. 


Tussen de Olympos en Turkije

"Only when we lose what we have do we value it truly" uit Salonica van M.Mazower.













We verlaten Litohoro, en dus ook de Olympos. Ons nieuwe plekje ligt op enkele kilometers van Litohoro want we zijn moe. De berg eist zijn tol. 
Er is een strandje, een mobilhome met twee Duitsers, het is warm, het waait. Er is een afdakje waar Kantina op staat, auto's met enkel mannen rijden af en aan. De Duitser - Tony- slaat vliegen dood en speelt Rummikub met zijn vrouw - Maria. En zo geschiedt onze eerste rustdag sinds lang. Op een plek tussen dorp en zee, tussen vuil en mooi, tussen raar en nog raarder, tussen berg en zee. De Olympos achter ons, de machtige Mytikas waar we op stonden, gisteren nog, alweer onaanraakbaar, zoals het hoort. We aaien onze huiszwerfhond nog even slaapwel en noemen het een dag.














Het boek was beter dan de stad (of toch juister)...

Thessaloniki. Wat ik ervan mag verwachten volgens de auteur van Salonica : Een Griekse stad. Meer niet. De sporen van het heterogene verleden en de Ottomaanse bezetting zorgvuldig uitgewist.
We wandelen de hoofdstraat af waar zich één van de laatst overgebleven moskees en een oude hamam bevinden. De moskee wordt verbouwd (al sinds lang) en is ontoegankelijk, in de oude hamam liggen uitwerpselen... In het museum van de white tower besef ik hoe machtig een museum is met zijn schijnbare onpartijdigheid maar in werkelijkheid kiest het zelf wat een buitenstaander te weten komt over het verleden. Enkele woorden vielen over de tijd van de bezetting, maar enkel in termen als "wij, de slaven". Over de relatieve vrede waarin drie geloofsbetuigingen naast elkaar konden leven geen woord. Over de Ma'min, een nieuwe strekking, ontstaan uit Joden die zich bekeerd hebben tot de Islam, geen woord. 
Van het kosmopolitische gehalte van Thessaloniki hebben we niet veel gemerkt, noch in het museum noch in het echt. Wat niet wil zeggen dat het geen fantastische stad is. De upper town met z'n huisjes in alle kleuren op de helling, de overdekte markt in het centrum, de moskee die verbouwd is tot cinema, de louloudadika hamams. Als je goed kijkt vindt je nog wat tekens van het rijke verleden van de stad maar van de vele Joden die hier ooit woonden, geen spoor. Zelfs hun kerkhof is met geweld door de Duitsers vernield. Nu staat er de universiteit. Maar daarover geen woord in het museum. Er zijn nog wat demonen uit het verleden waar ze hier mee af te rekenen hebben.
Maar, zoals gezegd, het blijft een geweldige stad, temeer omdat het boek me getoond heeft hoe ze vroeger was. Dan kijk je anders.
We zetten de weg, in moeheid, verder, vinden een slaapplek en doen wat moet : slapen en weeral veel verwerken.















tussen raar en nog raarder, the sequel

We zijn in Halkidiki. Met veel moeite, zelfs buiten het seizoen, vinden we een plek waar we enkele dagen rustig kunnen staan zonder al te veel 'toeristen'. We staan op het strand Kriaritsi naast Camping Cristina die nooit open geweest lijkt. Er zijn koeien, op het strand twee vissers, een kudde geiten komt voorbij, tientallen willekeurige asfaltwegen die plots stoppen. We zijn er weer, op een plek tussen dorp en zee, tussen vuil en mooi, tussen raar en nog raarder, zoals Griekenland er vele telt. De temperaturen zijn hoog, de sterren helder, het leven mooi. Tot zover het weer en de sfeer. De eerste Turkse woordjes worden geleerd, Istanbul here we come.


De Zee

De natuur doet zijn werk : onwaarschijnlijke windstoten en bijhorende golven. Zelfs Griekenland moet ooit toegeven aan de winter beseffen we, maar ze houdt moedig haar kop nog even hoog zodat we 's middags onze kleren moeten uit- en bikini aansmijten. De wind blijft, de golven hoog. We hebben daarstraks een Duitse jongen erin zien duiken (is het vakantie voor de Duitsers?), dan kunnen wij dat ook. We doen het. Niet nadenken. De golf overspoelt ons volgens plan. Maar dan, op het moment waarop ik verwacht boven te komen en tegen Susan wil roepen ongelooflijk wat een golf, is er alleen maar water in alle richtingen. Ik denk vanalles maar vooral oei en raak in paniek. Uiteindelijk dan toch bovengekomen. Ik zie Susan die blijkbaar in het zand is gesmeten door De Zee. Ik ben er nog niet vanaf en zie achter mij een even groot exemplaar. Ik vervloek mezelf voor het fantastische idee van het nabootsen van een Duitser, besef dan dat ik daar nu niets mee ben en zwem of krauwel naar de kant. Ik raak onelegant- wat kan het mij schelen ik leef- aan wal. Ik zal me nooit meer schuldig maken aan het nabootsen van een Duitser noch aan het onderschatten van De Zee...

Drama, de grens en een Engelse accordeonactrice

Het Griekse Drama is onze laatste stopplaats voor de grens met Turkije. We zijn snel het stadje uit want beseffen dat natuur niet iets is wat we veel zullen zien in Istanbul. We snuiven de heuvels op, de akkers, de ijskoude lucht (opeens is het 23 graden kouder dan gisteren!) en bereiden ons al slapend voor op wat komen gaat in Turkije.

De volgende dag. Aan de grens met Turkije ontmoeten we Nic, een Engels actrice die met haar busje over land naar India gaat. Een ontmoeting die we niet gauw zullen vergeten en die nog een staartje zal krijgen in onze nabije toekomst heb ik het gevoel. Ze leert ons alvast dat piekeren hetzelfde is als een kauwgom eten om een wiskunde-oefening op te lossen. To be continued.




woensdag 7 oktober 2009

the feet walk alone






We zijn terug...



Maandag om 13u vertrokken voor de eerste drie uur opwaarts. Daar veel te lang naar de volle maan gekeken (zie fotooo),geslapen in de refuge, of tenminste in het bed gelegen en niet kunnen slapen omwille van veel indrukken en misschien zat de vele slechte rode Griekse wijn er ook voor iets tussen. In ieder geval, de volgende ochtend om 8u vertokken. Na een halfuur zei Thanos, Griekse Olymposkenner die we via de tante van Susan leerden kennen en onze gids was, hij zei dus : from now is very up. Zijn engels had gelijk. 3 uur later zijn we dan op de top aangekomen, na een laatste klimbeurt van een uur waarin ik veel demonen heb moeten wegjagen. Na juist een bijna verticale platte steen te hebben overkropen - nog tien minuten voor de top- zei Thanos : these stones no good, dangerous, you fall down, waarna hij onze gezichten zag en eraan toevoegde : but not now... Het maakte mij - raar- minder bang en na 10 minuten verder krabbelen bereikten we uiteindelijk de volle 2919 meter. Ik heb dan toch een traan weggepinkt bij al dat moois en al die overwonnen angsten.



Niet lang daarna begon de afdaling. Die nogal leek op de beklimming, maar dan in omgekeerde richting. Na een klein uur kwamen we terecht op iets begaanbaarder paden. We hadden nog een afdaling van vier uur voor de boeg. Thanos ging ons voor, wij erachter. De snelheid van die man! En dat ging maar door. Susan en ik probeerden elkaar nog wat uit te lachen bij elke struikel maar dat stopte al snel toen we merkten dat dat tot meer zelfgestruikel leidde. In stilte en in snelheid daalden we verder. Ik waagde het nog op een bepaald moment te zeggen that I didn`t have control over my body anymore waarop Thanos antwoordde : the feet walk alone. En toen zijn mijn voeten effectief alleen beginnen afdalen, ik volgde, verbaasd, want het werkte. Mijn voeten daalden. Ik liet ze met vertrouwen begaan. Na een tocht van in totaal 8 uur (incl. pauzes) kwamen we op de weg die naar de auto van Thanos leidde. Alleen stond die nog 4 km verder en was er geen enkele lift in de juiste richting. Ach ja, nog een kleine 40 minuten erbij. De laatste 500 meter hebben we dan maar gerend, wat kon het ons nog schelen. De dag was compleet. De voeten heet. De lichamen gezuiverd. Het hoofd leeg. De berg heeft ons met liefde ontvangen. Goden heb ik niet gezien, maar dat schijnt dan weer eigen aan Hen te zijn.



Tot de volgende keer. Thessaloniki ligt al in zicht.

zondag 4 oktober 2009

ik geloof in alle goden


Ik zal nooit rust vinden tenzij in deze ene zekerheid dat ik nooit rust zal vinden.
De reis gaat verder met rasse schreden. Mijn mama en zus zijn op bezoek geweest. Elk op hun manier hebben ze nood aan rust, aan even weg zijn, aan zon, aan elkaar. Het komt goed uit, Susan en ik ook. We vinden elkaar in Athene, gaan slapen in een tl-verlichte slaapzaalachtige hotelkamer. De volgende dag beklimmen we de Akropolis. Er lopen minstens twaalf bodyguards met belangrijke gezichten rond. We vinden dat allemaal wat overdreven voor een bouwwerk, maar beseffen dan dat ze bij een belangrijke man horen. Een man met een zonnebril. Het blijkt de baas van de Navo te zijn die de Akropolis ook wil beklimmen vandaag. Onze aandacht verdeelt zich tussen het bouwwonder en het kale belangrijke mannetje.
Na de Akropolis laten we Athene achter. We moeten snel gaan genieten en ontspannen want Elke en mama hebben maar zes dagen. Mama kent Griekenland op haar duimpje en loodst ons naar Kalamos, het einde van de wereld, in de Pilion. Vier dagen lang doen we yoga op het strand, lezen we, eten we, lezen we opnieuw, zwemmen we, eten we, kaarten we, lezen we en slapen we. Vier vrouwen op een keerpunt in hun leven, elk op hun manier. Het is een mooie ontmoeting.
Ondertussen de kans gehad om veel te lezen. In Salonica, City of Ghosts, van Mark Mazower, over Thessaloniki, dat nog op de route ligt. Over de onwaarschijnlijkheid van een stad waarin Moslims, Joden en Christenen voor lange tijd relatief vredig naast elkaar hebben kunnen leven. Dat kwam door de -ook weer relatieve- verdraagzaamheid van de Moslims. Zij waren niet geïnteresseerd in het opleggen van hun eigen godsdienst aan anderen. Zolang hun macht niet bedreigd werd ( van 1430-1912 was Thessaloniki onder Ottomaans bewind), waren ze verdraagzaam tov andere godsdiensten. Zo anders dan de Christenen en hun bekeerdrang...
Thessaloniki is lang een grensgebied geweest tussen Oost en West, een kruispunt waar veel volkeren, godsdiensten en wegen samenkwamen. Nu is het een volledig Griekse stad. We zullen het eens van dichtbij gaan bekijken binnen een kleine week. Het Oosten komt langzaam dichterbij.
Nu eerst nog afscheid nemen van Elke en mama. Het is alweer voorbij. Weer een nieuwe bladzijde. Ik begin het al gewoon te worden en besef dat afscheid nemen meer dan een noodzakelijk kwaad is, maar simpelweg een onderdeel van het reizen zelf. Reizen is continu ontmoeten en weer afscheid nemen. Het doet de vluchtigheid van alles inzien. Reizen vergroot elke ervaring uit. Het is wat het leven elke dag zou moeten zijn, maar dan in een notendop.
Dan zijn er nog de Meteora. De kloosters die zweven tussen hemel en aarde om dichter bij God te kunnen zijn. Het is hen gelukt. Ik geloof.
Nu zitten we in Letohoro, aan de voet van de Olympos. Maandag trekken we de Olympos op. Wanneer we terugkomen zal ik in veel Goden geloven. Ik hou u op de hoogte.

Maaike