about me

We are going over land to Nepal. First Susan, her van and me to Istanbul. And from Istanbul it will be Laura, two backpacks and me. To Nepal. Without a limit in time.

zaterdag 12 december 2009

Arta

Laatste dagen in Iran.
We hebben drie nachten bij Arta geslapen, de nicht van Ehsan, die de man is van Julie, die een vriendin is van Sachli, die vrienden van me zijn. We slapen in het huis van Arta`s moeder. Arta verloor haar vader vier jaar geleden. Ze werkt in een computerwinkel om te sparen om te kunnen studeren in het buitenland. Ze wil hier weg. De zoveelste. Het is niet goed in Iran. Zoals het nu is, maakt Iran veel kapot. Misschien onrechtstreeks, maar kapot is kapot.
Arta`s 64-jarige moeder is afhankelijk van haar, belt haar meerdere malen per dag. Arta is enig kind. Ze werkt tot 9u30 `s avonds, zorgt voor het avondeten, kuist daarna de wc en moet dan nog instuderen wat ze die dag heeft geleerd omdat het morgen computerbeurs is.
Haar moeder roept. Waarom we zo laat thuis was? Waarom ze dit en dat niet heeft gewassen? Waarom Laura en ik hier nog zijn?
Arta zegt niets. Ze laat haar moeder roepen. Ze incasseert.
Wanneer we vragen wat er is, zegt ze dat haar moeder moe is. Ze gaat niet in op alle beschuldigingen die haar naar het hoofd worden geslingerd. Ze doet de afwas want als wij die doen krijgt ze ruzie.
Arta is 20 jaar. Ze heeft een doel. Ze wil piloot worden. En ze wil weg uit Iran. Nu mag ze niet. Niet van haar moeder en niet van Iran. Iran is bang dat ze gaat trouwen in het buitenland en niet meer terugkomen. Haar moeder waarschijnlijk ook.
Arta zorgt voor ons, ze wil dat we het goed hebben. Zelfs als haar moeder roept glimlacht ze naar ons en weent ze in zichzelf. Tot het teveel wordt. `s Avonds aan tafel na een werkdag van twaalf uur.
Arta is 20 jaar. Ze heeft zoveel verantwoordelijkheid. Op de koop toe heeft ze haar eerste liefdesverdriet te verwerken.
Ze huilt en zegt sorry.
Wij zeggen zeg geen sorry, het is normaal.
Ze vreest dat ze nu niemand meer heeft.
Geen moeder om iets aan toe te vertrouwen, geen vader, geen zus, geen broer, geen vriend, wij moeten weg.
Ze huilt. Terecht.
In Iran hebben vrouwen veelal twee gezichten.
Aan de ene kant is er de make-up, de ge-epileerde wenkbrauwen, de eeuwige glimlach, de grote ogen, de mascara,de sluier over het perfecte haar.
Aan de andere kant is er de andere kant. De binnenkant. Het verdriet. Het onuitgesproken verlangen naar een ongedefinieerd iets anders. De kwaadheid soms. Of ergernis. Die meteen omslaat in een glimlach wanneer onze ogen elkaar kruisen. Want wij zijn de gasten.
Ik zie in Arta`s ogen dat ze weet wat ze wil. Ze heeft enkel nog wat gevangenissen te openen. Haar moeder zal niet de makkelijkste zijn.
Hoe dankbaar mag ik zijn. Het idee alleen al mijn land niet te mogen verlaten omdat ik misschien zou trouwen in het buitenland en niet terugkomen...
Een schuldgevoel bekruipt me.
Omdat wij hier zijn en genieten van de gastvrijheid van deze prachtmensen, maar morgen nemen wij gewoon het vliegtuig. Wij gaan door. Zij blijven.
Een vrouw, twee dagen geleden, zei ons dat haar zoon in Spanje woont, haar broer ook. Een man in het gezelschap had een Canadees paspoort, zo vertelde zijn moeder ons.
Het buitenland lijkt een status te geven.
Hoe meer Iran roept en tiert en dreigt en mensen dingen verbiedt, hoe meer de mensen hier weg willen.
Is het dat wat het bange Iran wil?
Is het dat wat Arta`s moeder wil?
Hoe groter de angst iets te verliezen, hoe groter de kans dat je het ook effectief verliest.
Arta is sterk. Dat zeggen haar ogen. Ze komt er wel.
Haar moeder zal nog lang onwetend en triest zijn. En Arta zal dat geweten hebben.
Het is niet eerlijk, maar het heeft haar wel een zachtaardig krachtige strijdlust opgeleverd. Ik zie een wijze vrouw in een jong meisje. Ik bewonder en ben nederig dankbaar voor waar ik vandaan kom.
*
Ik doe een handwas in Arta`s huis. Haar moeder ziet dit en stelt me voor of ik niet met de zoon van haar oudere zus wil trouwen? Ze wijst naar haar trouwvinger en glijdt er een denkbeeldige ring over. Ik lach luid want vind dat grappig. Mijn lachen stopt omdat het niet grappig bedoeld blijkt. Ze maakt een sjjt-gebaar en doet teken dat Laura er niets van moet weten. Ze wil onderhandelen. Alleen omdat ze mij ziet wassen. Trouwen beken vanuit een lichtjes pragmatischer standpunt dan ik gewoon ben. Ik maak een tussenbeweging met mijn hoofd. Iets tussen `ja` en `neen` en `eerst wassen daarna zien we wel`.
De moeder gaat naar de keuken.
Ik knijp m`n t-shirt nog eens uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten